Waar kun je beter kleuronderzoek doen dan in het eeuwenoude Landhuis op een Landgoed Vollenhoven? Achttien enthousiaste studenten van twee verschillende Restauratie en Decoratie-opleidingen grepen half januari deze kans met beide handen aan en om het vak in de vingers te krijgen.
Want kleurhistorisch onderzoek doen, dat kun je leren vanuit de theorie, maar in de praktijk moet je meters maken. En dus staan de studenten op een maandagmiddag in januari in duo’s met loepbrillen, speciale mesjes en kleurwaaiers te turen, kijken en vergelijken.
Gastdocente Claudia Junge kreeg de eigenaar van Landgoed Vollenhoven zo ver dat de studenten ook daadwerkelijk de schoolbanken uit konden en in een monument aan de slag konden. Zelf was ze al betrokken vanuit haar professie als restaurateur van historische binnenruimten en kleuronderzoeker bij een ander gebouw op het landgoed, de Oranjerie. “Ik vroeg of ik daar studenten bij mocht betrekken.” De bescheiden vraag werd enthousiast ontvangen en vandaar dat Junge nu niet met een paar studenten, maar met een heel peloton aan de slag is in het Landhuis. Ze volgen allemaal een excellentieprogramma in de opleiding tot Decoratie en Restauratie specialist van het Nimeto of het Cibap.
Wat ze hopen te vinden? “Tja, het is de vraag of we überhaupt iets vinden”, legt Junge uit. “We onderzoeken de verschillende verflagen, waardoor een kleurbeeld ontstaat door de tijden heen, voor zover dat mogelijk is.” Dus het ultieme doel is een kleurtrappetje maken, waardoor de verflagen door de jaren heen zichtbaar worden.
,,De verschillende bewoners van dit huis hebben het elke keer naar hun smaak aangepast”, legt Junge uit. ,,We weten ook dat in 1922 veel ingrijpende veranderingen hebben plaatsgevonden. Bijvoorbeeld de stalen raamkozijnen die toen zijn geplaatst. Die zijn altijd een tint donkergroen geweest. Wereldschokkende ontdekkingen hebben we nog niet gedaan.”
De studenten kunnen niet zomaar op elke plek gaan schrapen. “We kijken op plekjes waar al een kleine beschadiging zit en kunnen dan de verflagen blootleggen”, aldus Junge. “Pas in de fase dat een gebouw wordt ontmanteld, dan wordt het echt interessant”, zegt de gastdocente met een twinkeling in haar ogen.
In een ‘dienstruimte’ naast de centrale hal zijn Mark (vierdejaars student) en Hannah (tweedejaars student) bezig. Voor Hannah is het haar vuurdoop. Maar de donkere ruimte, die als telefoonruimte dienst heeft gedaan, herbergt geen diepe kleurgeheimen. “Het is vooral een dik pakket aan crème”, constateert Mark droogjes, terwijl hij probeert te laten zien waar hij naar kijkt. “Het zijn meerdere oude lagen, maar het is lastig te zien, want het is goed geschuurd.” “Niet echt spannend, maar wel consistent”, aldus Hannah die met een kleurenwaaier in de aanslag staat om de exacte kleur crème te noteren.
Niet alleen binnen in verschillende kamers zijn de studenten bezig, ook buiten wordt het schilderwerk bekeken. De theekoepel in de Engelse landschapstuin is ook onderdeel van de inventarisatie. En hoewel Junge eerder nog zei geen wereldschokkende ontdekkingen te hebben gedaan, blijkt juist dat koepeltje een onverwachte verrassing te herbergen. Onder het witte jasje van het bouwwerk, blijken ook blauwe en zelfs rode verflagen verborgen. Het is zeker iets waar Junge nader onderzoek naar wil doen. Want wie verft zo’n idyllisch gebouw nu rood? “Tja..”, besluit Junge met een glimlach om haar lippen. “Je weet het niet.”
Deze dag was voor haar dan ook vooral een voorzichtig startpunt. “Het is een inventarisering. Van daaruit kunnen we bepalen waar verder onderzoek naar gedaan moet worden.” Die geschiedschrijving is belangrijk, zeker als er in de toekomst opnieuw verbouwd gaat worden. “Sommige dingen worden dan misschien afgetimmerd en zijn vervolgens weer voor 100 jaar verborgen.”